Duurzame troonrede 2015
De 1e dinsdag van de maand september is Duurzame Dinsdag, de duurzame variant van Prinsjesdag. Zie voor een terugblik op duurzame dinsdag 2015 de site van Duurzame Dinsdag.
Sinds een aantal jaren wordt op Duurzame Dinsdag de duurzame troonrede uitgesproken. Dit jaar is de Duurzame Troonrede uitgesproken door Bas Eickhout, de nummer 1 van de duurzame top 100 Trouw 2014.
Dames en heren.
“In het kort, mijn boodschap aan u allen vandaag is: als we nu samen actie ondernemen, dan kunnen we klimaatverandering tegen gaan en kunnen we ons aanpassen aan de fysieke en duurzame uitdagingen die tegenover ons staan. Zowel mitigatie als adaptatie zijn belangrijk en in beide gevallen is samenwerking cruciaal.
Allereerst wijs ik dan op de internationale samenwerking tussen landen en regio’s en onze gedeelde verantwoordelijkheid om klimaatverandering het hoofd te bieden. Daarom zijn wij hier. Dat is waarom wij ons richten op een ambitieus klimaatakkoord in Parijs.”
Dat zijn woorden naar mijn hart. Samenwerking, ambitie en urgentie. Dit zijn woorden die thuishoren in een troonrede. Ze werden uitgesproken door Mark Rutte, afgelopen jaar in New York toen Ban Ki-Moon zijn tussentop organiseerde om regeringsleiders bijeen te brengen om de urgentie van de aanpak van klimaatverandering te onderstrepen.
Dit citaat onderstreept het echte probleem: duurzaamheid, klimaatactie wordt breeduit in het hele politieke spectrum omarmd. In woorden. Elke regeringsleider zal ook in Parijs schande en afschuw spreken over de effecten van klimaatverandering om vervolgens over te gaan op een juridisch steekspel over woorden, complexe juridische redeneringen en VN-vaagheden.
En in de praktijk? Kijk naar Nederland: afgelopen week bleek Nederland doodleuk meer kolen te gebruiken in plaats van minder, werd elektrisch rijden verder ontmoedigd en gaat de regering in beroep tegen de rechterlijke uitspraak dat zij geacht wordt klimaatverandering sneller aan te pakken. En voor extra klimaatmaatregelen heeft het kabinet meer tijd nodig. En ik maar denken dat daar de klimaatzaak nu juist over ging…
Het is een schande. Een regelrechte schande dat een land als Nederland faalt om de leiding te nemen in ambitieus klimaatbeleid. Ik, als Duurzaamste Nederlander schaam mij. Ik schaam mij omdat het land dat onder zeeniveau ligt, maar wel de economische voorspoed kende om dijken te kunnen bouwen, landen in de steek laat zoals Tuvalu die die voorspoed niet hebben gekend. Waardoor uw kleinkinderen Tuvalu alleen nog maar zullen terugvinden op Wikipedia. Als fenomenaal duikgebied. Omdat het in de oceaan is verdwenen.
Ik kan nu de komende twintig minuten doorgaan met het uitspreken van mijn morele verontwaardiging. Die ik ook diep van binnen voel. Maar draag ik dan bij aan de oplossing? Komt klimaatactie dan snel dichterbij? Of ben ik dan alleen mijn eigen achterban aan het bedienen die net zo verontwaardigd is als ik? Een achterban die vandaag ongetwijfeld ook in deze zaal zit.
Misschien moeten we ook verder kijken? Hoe komt het toch dat het thema duurzaamheid in Nederland zo gepolariseerd is? Hoe komt het toch dat duurzaamheid in Nederland wordt weggezet als linkse hobby? Terwijl niemand het uiteindelijk doel van minder uitstoot van broeikasgassen om de opwarming van de aarde beneden de 2 graden te houden tegenspreekt. Ok, op wat volhardende klimaatsceptici na dan. Ok; en op Jeroen van der Veer na dan.
Is duurzaamheid een linkse hobby? Nee. Niet als je naar de Duurzame 100 kijkt. Daar zitten veel ondernemers bij, die van huisuit ongetwijfeld dichtbij de liberale agenda van de VVD zullen staan. Zonder iedereen in politieke vakjes te willen stoppen, denk ik ook niet dat Paul Polman van Unilever, vandaag ook aanwezig, een linkse rakker is. En dat is ook logisch: duurzaamheid is van iedereen. Wie wil er niet dat we ons leven in relatieve rijkdom ook voor toekomstige generaties kunnen behouden? Wie wil er niet dat bedrijven die nu veel banen bieden, dat ook de komende decennia blijven doen?
Als je de klimaatdoelen in dat kader plaatst, kan je niet anders dan concluderen dat ‘business as usual’ geen optie is. Even de wetenschapper in mij weer teruglaten: IPCC stelt klip en klaar dat we om beneden de 2 graden te blijven opgeteld (cumulatief dus) ongeveer 3000 gigaton CO2 mogen uitstoten. Tweederde van dat geheel hebben we al uitgestoten tussen 1870 en 2011. Nog 1000 gigaton te gaan dus. Maximaal. Verder stoten we nu als wereld ongeveer 50 gigaton uit. Business as usual geeft ons dus nog 20 jaar. En dat terwijl de mondiale uitstoot jaarlijks lijkt te stijgen…
We kunnen ons domweg niet neerleggen bij business as usual. Als we de klimaatdoelen echt serieus nemen. Op lokaal en ondernemersniveau hebben we dat al lang geconcludeerd: breeduit van links tot rechts. Veel van die doeners zitten hier vandaag in de zaal. Onze grootste uitdaging is om ook de nationale, Europese en mondiale politici in beweging te krijgen. Ongeacht politieke kleur. Dan gaan al die initiatieven van onderop renderen.
Dames en heren, de Nederlandse economie is zo internationaal verweven dat onze multinationals altijd naar anderen kunnen wijzen. En dat vaak ook doen. Wij gaan pas veranderen als zij meedoen. En zie daar de verlamming opspelen.
Tel daarbij op een minister-president die sowieso niet van visie houdt, een ministerie van Economische Zaken dat vooral de markt het werk wil laten doen (faciliterende overheid!) en een ministerie van Financiën dat als haar grootste roeping ziet om ‘de boekhouding op orde te houden’. En de volledige depolitisering is een feit.
Maar depolitisering; of ‘de terugtredende overheid’ is per definitie ook een politieke keuze. Een politieke keuze voor business as usual. En dus een keuze voor een fossiel pad. Daar moeten we juist vanaf.
En wat zegt rechts dan? Links gelooft in een maakbare samenleving! Dat is goedkope politieke retoriek. Politiek is gestoeld op maakbaarheidsgedachten. Denk aan het tegen denken te houden van vluchtelingen door meer grenscontroles in te stellen of muren te bouwen. Of denk Eurocrisis waar rechts Europa denkt Griekenland in een paar jaar om te kunnen bouwen in een Duits gedisciplineerd land.
Een maakbare samenleving zit in het hart van de politiek. Links en rechts. Het is een kwestie van prioriteit of je die maakbaarheid wil nastreven. In de jaren 60 en 70 was het namelijk breeduit prioriteit om heel Nederland te laten profiteren van de Groningse gasbel. Een knap staaltje industriepolitiek.
De regering erkende bij monde van minister Kamp vorige week dat het gebruik van steenkool was toegenomen door de lage kolenprijzen. Niets aan te doen dus? Beprijs dan de uitstoot! Pak de kolencentrales harder aan. Diezelfde minister Kamp overweegt om gasbedrijven op de Noordzee te helpen met investeringen aldaar omdat de concurrentie met de Britten zo zwaar is. Dat is weldegelijk industriepolitie. Fossiele industriepolitiek. En aan die politiek moet een einde komen.
Dames en heren, industriepolitiek is van alle tijden. En van alle politieke kleuren. Veel innovatie komt juist door overheidskeuzes. Juist omdat bedrijven voor de lange termijn geholpen moeten worden. Kijk naar Duitsland. Daar worden andere keuzes gemaakt. Daar is de meerderheid van nieuwe energie in handen van de burger, van lokale initiatieven en corporaties. De energiereuzen wankelen op hun lemen voeten: RWE staat aan de rand van de afgrond, in Frankrijk is een fusie van de twee kernenergiereuzen noodzakelijk. Ze redden het niet meer. Te lang hebben ze de opkomst van duurzame energie onderschat. En veel bedrijven zie je nu ook schakelen. Juist ook veel in Duitsland? Waarom? Omdat RWE en E.ON weten dat de toekomst in Duitsland duurzaam is; en zeker niet kernenergie. Als de meest rechtse regering die je in het huidige Duitsland kan voorstellen (van CDU en FDP) al de Atomausstieg versnelt, weten de bedrijven dat het gedaan is met kernenergie in Duitsland. Duitse industriepolitiek biedt helderheid waar bedrijven in moeten investeren. Zo slecht gaat het ook niet met de Duitse industrie. Waarom dat land omarmen als het om economisch beleid gaat en negeren als het om duurzaamheidsbeleid? Alsof die twee te scheiden zijn.
Dames en heren. Als we het taboe op industriepolitiek weten te doorbreken, is een volgende stap nodig. Hoe zorgen we ervoor dat die industriepolitiek niet bij elke verkiezing van koers verandert? Bij de energiesector lijkt de weg niet meer terug te kunnen. Maar hoe anders is dat nog bij de energie-intensieve industrie.
Maar juist die sector vraagt ook om zekerheid van de politiek. Waar gaat het naartoe? Impliciet vraagt die industrie ook om industriepolitiek. Denk bijvoorbeeld staal. In ons eigen land hebben we het voorbeeld van Tata Steel dat innovatie is begonnen omdat ze weten dat klimaatbeleid een blijvertje is in Europa. De nieuwe technologie lag jaren op de planken. Maar ze gaan nu pas stappen zetten omdat ze weten dat CO2 duurder gaat worden. Het heeft nogal wat gevolgen als je je hele productieproces ter grootte van vele voetbalvelden moet omgooien. Zo’n investering doe je alleen als je een duidelijk signaal krijgt dat het rendeert.
Beleid zet aan tot innovatie. Als de politiek wil. In Europa vraagt bijvoorbeeld de papierindustrie zelf om steun bij hun omschakeling naar lage CO2 uitstoot. Ze hebben zelf een visie voor 2050 gecreëerd. Ze hebben zelf een innovatiewedstrijd uitgeschreven om te kijken welke ‘breakthrough technologies’ nodig zijn om in 2050 aan de 2 graden te voldoen als industrietak. En ze concluderen zelf dat ze nu afhankelijk zijn van de politiek om hen te helpen die nieuwe technologieën te ontwikkelen. De industrie vraagt zelf om die industriepolitiek! Want op visie, consistentie en duidelijkheid naar waar we naartoe willen op de lange termijn kun je bouwen. Dat heeft niets met linkse of rechtse hobby’s te maken.
Dames en heren, we staan op een cruciaal punt voor de toekomst van onze economie, onze welvaart. Ik citeer:
‘Hoewel de economie volgend jaar weer voorzichtig lijkt te verbeteren, blijven de opgaven waar we voor staan aanzienlijk.
Als de welvaart achteruitgaat en de staatsschuld stijgt, wordt het bovendien moeilijker om de kosten te dragen van een vergrijzende bevolking en van de noodzakelijke overgang naar een economie waarin voluit recht wordt gedaan aan de eisen die een goed klimaat- en milieubeleid ons stelt.
Bij ongewijzigd beleid zullen ernstige en onwenselijke gevolgen optreden voor de hoogte van belastingen en sociale premies, voor de werkgelegenheid en voor de betaalbaarheid van voorzieningen als zorg, onderwijs en pensioenen.
De regering acht het niet verantwoord deze rekeningen door te schuiven naar de jonge en toekomstige generaties.
De recessie verzwaart de opgaven waar alle landen samen voor staan om armoede te bestrijden en klimaatverandering aan te pakken. Niettemin zal ons land zich blijven inspannen voor samenwerking met de armste landen en met landen met opkomende economieën, en ook voor drastische verlaging van de uitstoot van schadelijke stoffen.’
Aldus Beatrix. In 2009.
Deze woorden kunnen gewoon worden gekopieerd in de troonrede van dit jaar. En aangescherpt. Want zoals we hebben gezien is er niks van terecht gekomen. Nederland heeft weinig vooruitgang geboekt. We openen vier nieuwe kolencentrales, investeren zwaar in gasinfrastructuur en huisvesten het koninklijke Shell dat gaat boren in de Noordpool.
Als er zekerheid is, gaan bedrijven lopen. ‘Aan de markt over laten’ levert te weinig op. Dat draait om snelle winst, bonussen en korte termijn. Helaas zijn het nog uitzonderingen: die bedrijven die wel verantwoordelijkheid durven te nemen. Die hun nek uitsteken ondanks internationale concurrentie en aandeelhouders.
Uiteindelijk is politiek nodig om alle grotere bedrijven in beweging te krijgen. Hoe is onze gasinfrastructuur er anders gekomen? En hoe is anders het huidige gasrotondebeleid tot stand gekomen? Het liberale mantra van terugtredende overheid wordt alleen beleden als we het hebben over transitie van fossiel naar duurzaam. Bij stimuleren van fossiel zelf doen we niet anders: de relatie met Rusland wordt tot op koninklijk niveau onderhouden. Er wordt vaker met Poetin een biertje gedronken dan met bijvoorbeeld een Jeroen de Haas van Eneco.
Wij accepteren het dan ook niet dat we over twee weken een troonrede zullen horen die niet gestoeld is op de principes van een duurzame economie. Die niet radicaal afrekent met de tunnelvisie dat 100 procent duurzaam niet zou kunnen. Het mantra dat vindt dat je als Nederland niet voorop zou kunnen lopen. Want dat kunnen we wel. Dat hebben we bewezen toen Nederland erin slaagde het water uit de polders te krijgen met behulp van de wind. Dat hebben we bewezen met de Deltawerken. Watermanagers en baggeraars hebben het laten zien. Nu gaan we dat doen met innovatie op duurzame productie.
Dat is geen politiek gekleurde visie; maar een logisch gevolg als je de klimaatdoelen serieus neemt. Klimaatdoelen die Rutte serieus neemt als hij in New York bij de Verenigde Naties spreekt.
Maar de grootste uitdaging ligt bij ons: deze politieke doelstelling moet weg uit de links-rechts discussie. In Duitsland en Denemarken is dat gelukt. En zie hoe duurzaamheid daar een vogelvlucht neemt. En waren de beste milieuministers in Nederland niet van VVD-huize (Winsemius, Nijpels)?
Samenwerking is cruciaal, zei Rutte in New York. En zo is het. Tussen, links, rechts, progressief, liberaal en conservatief. Samenwerking wordt echter nu nog te vaak gebruikt als disclaimer. Als voorwaarde om stappen te zetten. Maar het kan anders: landen als Duitsland en Denemarken laten dat zien. Die gebruiken Polen niet als excuus om niks te doen. Zet doelen op energiebesparing. Maak duidelijk waar de energie-intensieve industrie naartoe moet. De chemiesector kan gigantisch bijdragen aan energiebesparing en de ontwikkeling van zonne-energie. De staalsector is hard nodig bij het ontwikkelen van windmolens. De kansen liggen er. Het is aan de politiek om het pad dat we kennen, te verlaten, en nieuwe wegen in te slaan.
Niet omdat het een hobby is. Maar omdat we allemaal willen dat klimaatverandering wordt tegengegaan en de industrie ook over decennia nog banen genereert. Daarvoor is de brede politiek nodig. Maar zonder compromispolitiek. Visie is geen vies woord. Het bedrijfsleven vraagt erom. Verandering roept altijd verzet op. Maar uiteindelijk handelt iedereen ernaar. Politiek en politici zijn niet populair bij doeners. Maar uiteindelijk verwacht iedereen van die politiek wel visie en helderheid.
Vergeet dus het mantra van een terugtredende overheid. Juist een actieve en duidelijke overheid is nodig. Vergeet de polarisering dat dit een linkse hobby is. Juist de industrie kijkt naar de overheid om zeker te weten dat hun investeringen nu over 10 jaar ook nog wat waard zijn. Vergeet de partijen die bij business as usual willen blijven. Onze gezamenlijk gestelde klimaatdoelen vragen namelijk om verandering. En vergeet het Hoger beroep; maak juist van elke Troonrede een Duurzame Troonrede. Dan voegen we volgend jaar de 1e en 3e dinsdag van september gewoon samen. Ik maak er graag ruimte voor.
Dank u wel.