Economie, Handel en Financiën

Economische en financiële modellen – de politiek en investeerders baseren hun beslissingen erop. Ze zijn slechts een afspiegeling van de werkelijkheid en dekken vooral het verleden, niet de toekomst. Daarmee zijn ze een belangrijke belemmering als je veranderingen wil aanbrengen op de lange termijn. Deze vereist immers een nieuwe manier van denken – die vervolgens op de oude manier wordt beoordeeld.

Wat moet er veranderen bij bedrijven en in de financiële sector?
Naast de traditionele aandacht voor milieu wordt steeds meer gekeken naar sociale factoren. Er wordt in sectoren gedacht en in opdracht van Buitenlandse Zaken zijn een aantal risicosectoren gedefinieerd. Daarnaast is het denken in termen van ketens van belang. Het voelt ongemakkelijk als we voor onze producten steeds afhankelijker worden van een groot deel van de wereld die door ons gebrek aan handelen in slechte omstandigheden verkeert. Nog een stap verder is het denken in systemen, waarbij ook de rol van andere partijen zoals de overheid en investeerders wordt meegenomen. Daarbij hebben we het over een klein landje in een hele grote wereld – hoe krijgen we de andere landen mee en wat is onze rol in internationale projecten?

Een mooi voorbeeld van een initiatief waar dit systeemdenken voor nodig is, is de circulaire economie.

Hoe krijgen we duurzaamheid in de economische modellen? Allereerst is er de mogelijkheid om de externalities te berekenen en mee te nemen in verkoopprijs en P&L. Op deze wijze kunnen de true price en true value bepaald worden.

Vervolgens zouden bedrijven en investeringen anders moeten worden beoordeeld. Het sturen op operational expenses i.p.v. op capital expenditures kan het gebruik van producten en niet het bezit ervan stimuleren en daarmee de circulaire economie faciliteren.

De termijn waarop de waarde wordt berekend dient te veranderen en langer te worden. In het huidige model van contante waarde is de toekomst altijd minder waard dan het verleden – een alternatief is nodig.

Aan de financiële kant zijn er grote uitdagingen. Nederland heeft een grote schuldenberg en tegelijk een grote pensioenpot. Probleem is dat schuld en pensioen bij verschillende partijen liggen. Er wordt te weinig geïnvesteerd. We zijn een renteniersnatie geworden. Toezichthouders en regelgevers richten zich op de korte termijn en gebruiken oude criteria. Zo wordt het gebruik van derivaten hoger aangeslagen door de Nederlandsche Bank dan investeringen in FSC-bosbouw in hardhout.

Ook hier dient het denken te veranderen. Een dialoog met stakeholders en een grotere transparantie over bijvoorbeeld investeringen door pensioenfondsen, evenals over hun gesprekken met de bedrijven waarin ze beleggen is van belang. We zullen investeerders en bedrijven in hapklare brokken duidelijk moeten maken wat we nou eigenlijk van ze verwachten m.b.t. onderwerpen als een verantwoord belastingbeleid, mensenrechten en de circulaire economie. En vervolgens kan de voortgang gemeten worden in benchmarks.

Het belastingsysteem kan vergroend worden: niet arbeid maar het gebruik van grondstoffen en het onttrekken van waarde moet belast worden.

Moet de overheid het monopolie op geldscheppen niet terugpakken van de banken en hiermee de verduurzaming financieren?

De financiële sector die hier aanwezig is, heeft afgesproken om een visiedocument te maken waarin we contouren schetsen voor het nieuwe denken. Andere investor beliefs. Niet denken in risico’s uit het verleden maar in risico’s van de toekomst. Op die manier krijgen we andere modellen die een andere werkelijkheid weerspiegelen: die van morgen. Een werkelijkheid waarin de financiële sector de transitie naar een duurzame samenleving, door onze innoverende bedrijven, ondersteunt en faciliteert.

Modellen – ook zij kunnen verduurzaamd worden!

Giuseppe van der Helm