Hoe duurzaam is de big five?
In de eerste helft van mei dit jaar nam ik deel aan een ‘Development Experience about Nature and Mankind’ in Zuid Afrtika. Hoe gaan mens en dier met elkaar om in een nog grotendeels onbedorven natuurgebied. Wat zijn de kansen voor de bedrijfstak die zich toelegt op toerisme naar wildparken. Hoe duurzaam is dat. En niet in de laatste plaats: wat kunnen wij hier daaraan bijdragen?
Ik heb al ‘ns eerder mogen deelnemen aan een development experience in Afrika, maar toen ging het vooral om de ontwikkeling van mensen en hun gemeenschappen. Deze keer lag de focus op de relatie tussen mens en de natuur. En ik moet zeggen dat ik er met dubbele gevoelens vandaan kom. Oh zeker, een fantastisch land met een geweldig potentieel en veel, heel veel ontwikkelingen gaande, juist ook richting duurzaamheid. Tegelijkertijd verpesten wij als westerse mens daar ook weer veel. Onze obsessie met de big five maakt veel kapot.
Op zich is het natuurlijk mooi dat we kicken op safari’s. Want al die reisjes naar de big five leveren lokale gemeenschappen geld op, niet alleen om van te leven maar ook om die prachtige natuur in stand te houden. Game driving is big business. Iedereen blij dus zou je denken. Maar de keerzijde van dit verhaal is de aanslag op diezelfde natuur. Elke ochtend en elke avond rijden ronkende voertuigen rond op zoek naar de big five. Daarbij zijn er grote verschillen tussen de verschillende parken en de manier waarop dit gebeurt. In het ene park rijden ze met ‘spotters’ voor op de auto en heeft men voortdurend via de walkie talkie contact met andere voertuigen. Zo wordt de kans vergroot dat de dieren gevonden worden, want je meldt elkaar voortdurend wat je waar ziet. In andere parken is er meer respect voor de natuur en minder blinde focus op alleen de big five. Daar word je ook gewezen op bijzondere planten, vogels of reptielen.
In mijn eerste private game park reden de jeeps weggetjes die wij hier wandelpaadjes zouden noemen. En soms zelfs dwars door de bush om nog dichter bij de dieren te komen. In het Kruger National Park daarentegen is het verboden van de wegen af te gaan. Het park is ook vele malen groter dan de private game parks, en de dieren hebben daar veel meer ruimte om de mens te ontlopen als ze dat willen. Het lijkt de dieren trouwens meestal geen barst te kunnen schelen dat die mens daar in zijn auto rondrijdt en stopt. Mits het silhouet van de auto niet wordt verstoord door mensen die tegen de regels in toch buiten de auto gaan hangen. De witte neushoorn graast gewoon door, tot vlakbij de auto’s. Dat maakt hem ook zo’n makkelijke prooi voor de stropers. Alleen al dit jaar zijn meer dan 200 neushoorns door stropers afgeschoten om hun hoorn waarvan men met name in Azie gelooft dat het de libido verhoogt! De mens en zijn natuur…
Tijdens de laatste nacht verbleven we in een lodge middenin een private game park waarin naast giraf en zebra ook de olifant, neushoorn (ook de zwarte neushoorn), buffel, leeuw en luipaard leven. De lodge had geen hek om je te beschermen. Je moest voor je veiligheid maar tussen de huisjes blijven en niet het terrein af gaan. Zodra er op een fluitje geblazen werd moest je zelfs binnen blijven, want dan waren er leeuwen binnen de compound gesignaleerd. Ging blijkbaar altijd goed, maar was zeker de eerste uren behoorlijk ’tintelend’. Er was daar ook geen elektriciteit, op een paar zonnepanelen na voor warm water. Vlak voor de schemering kwam de ‘lightboy’ in alle huisjes enkele brandende olielampen neerzetten. Plus eentje op de veranda voor t huis die de hele nacht zou blijven branden om de wilde dieren op afstand te houden. In deze lodge wil men je laten kennismaken met het leven dichtbij de natuur zoals dat nog niet eens zo heel erg lang geleden gebruikelijk was in Afrika.
Maar ook zij worden meegesleurd in de waan van de gaming industry. Want ook hier komen de gasten eigenlijk alleen om de big five te zien. Heb je geen big five te bieden, dan blijven de gasten weg. Aanvankelijk was men dan ook oprecht verbijsterd dat ik bij aankomst niet gelijk weer mee wilde op game drive. Want dat is toch waar je als westerse toerist voor komt? Alleen daarvoor? De uitdrukking op hun gezicht veranderde toen ik hen uitlegde dat ik ook voor de sfeer van de lodge en zijn omgeving kwam, voor het ‘proeven van het Afrikaanse leven’. Ze ervoeren mijn standpunt als een eye-opener, een erkenning dat Afrika meer is en meer te bieden heeft dan alleen de big five.
Het was al met al een geweldige ervaring. In de laatste lodge wil deze plek zo proberen te houden. Maar dan moeten wij ook wel veradenren hier. Inzien en bijdragen aan een duurzame ontwikkeling daar. Ik hoop dat het hen gaat lukken. En misschien…… misschien moet ik anders zelf maar zo’n plek vinden, kopen en duurzaam gaan uitbaten. Misschien…