Circulaire economie: grenzen verleggen

Grenzen, dat is het hoofdthema van Springtij 2014. Hoogst actueel, als je naar het huidige wereldtoneel kijkt. Grenzen leiden in politieke zin tot strijd en dat dan van kwaad tot erger.

Springtij kijkt naar grenzen tussen stad en land, grenzen aan de groei, grenzen tussen oud en nieuw, goed en kwaad, grenzen als scheidingen en als verbindingszones.

De ‘grens’ is een belangrijk kenmerk van ecologische systemen. Ik neem jullie, als voorbeeld, even mee naar de wereld van planners en bouwers.

“Van A naar Beter” is de slogan van Rijkswaterstaat. Die gaat over de verbinding tussen A en B, maar ecologisch gezien is het de scheiding tussen C en D. De wegenbouwers kijken naar voren en zien dan de verbinding. De ecoloog kijkt naar links en rechts en ziet gescheiden landschappen. Het Deltaplan gaat over de scheiding van nat en droog. De ecoloog vraagt hoe de verbinding tussen nat en droog vorm krijgt. Dat is het kenmerk van grenzen: het overbruggen van verschillen: tussen nat en droog, hoog en laag, zout en zoet, zwart en wit of natuur en cultuur.

De themalijn Circulaire Economie en Grondstoffen zet het gevoel van urgentie dat er verlammende grenzen zijn sterk aan. Aan de ene kant zeggen wij: dus stapsgewijs aan de gang met wat haalbaar is. En de fundamentele richting: het moet snel en meteen 100% goed. We strijden ieder voor ons eigen gelijk. Dat grensgevecht kost heel veel energie met uiteindelijk nauwelijks resultaat. Coöperatief en toekomstgericht, dat is dan de echte vorm van beschaving! Of heeft iedereen hier zijn eigen ‘green frontier’?

In ecologische zin zijn harde grenzen – die weg, de kademuur, de klassieke dijk – op zijn gunstigst nog een beetje interessant als er een specifiek beheer wordt gevoerd. Maaien en afvoeren kan leiden tot mooie dijkhellingen en een kademuur kan bijzondere soorten herbergen. Kleine eilanden met een beperkte eigen kwaliteit. De grens als scheiding, de limes convergens.

Zachte grenzen zijn interessanter. Een zachte grens, de limes divergens, is de verbinding tussen bijvoorbeeld de overgang van nat naar droog met als belangrijkste karakteristiek: de diversiteit. De ecoloog ziet de moerassige overgang van nat naar droog recht voor zich en van links naar rechts een ecologische verbindingszone. De grens is een verbinding geworden.

Er zijn harde grenzen aan de groei. We weten dat er slechts één voorraad grondstoffen is die de Aarde vormt. Bij het winnen van die grondstoffen lopen we tegen de grenzen aan van het acceptabele. De planeet wordt leeg geschraapt.

De moderne wereld dacht tot voor kort dat er een harde grens is tussen ecologie en economie. Ecologie en economie zijn natuurlijk verbonden. De opgave is om de kracht van de zachte verbinding te ontwikkelen zodat er nieuwe waarden ontstaan voor de economie, en tegelijkertijd voor de ecologie en daarmee ook voor mensen. We hebben er een ‘taal’ voor gevonden in de circulaire economie, die gebaseerd is op ecologische principes.

Ook zien we de grensgevechten in de circulaire economie: is een nationale grondstoffenpolitiek noodzakelijk? Of zoeken we naar oplossingen voor hergebruik van afval, van afval naar grondstof? Of gaat het om werkelijk nieuwe business, vandaag en morgen? Is de echte grens hier het verschil van kijken naar het verleden en het bestaande én het kijken naar vernieuwing en verandering voor de toekomst die nu begint?

De RACE-coalitie ziet de verbindende grenzen als haar opgave: diversiteit en kwaliteit versterken!

De grens die ik wil oversteken gaat over biodiversiteit, de kwaliteit van het leven, werk, respect voor de natuur en voor de planeet. Van concurrentie naar coöperatie. Of zoals de ecoloog zegt symbiose.

Zachte grenzen, verbindende grenzen, als dragende factor voor de toekomst.

De brug: onze ideale droom uitspreken, maar de ander ook zijn eigen droom gunnen en ieder een eigen tempo gunnen.

Daar werken we aan, op en na Springtij: zoek de verschillen en maak er verbindingen van!

Douwe Jan Joustra, associate IMSA en Het Groene Brein
Michel Schuurman, MVO-Nederland